Al het nieuws

VERZEKERINGSRECHT - Opgepast indien u een autoverzekering onder eigen naam aangaat voor uw kinderen

07/09/2016

Het is een zeer gekende frustratie, jonge bestuurders die op hoge premies stoten bij het aangaan van een autoverzekering. Deze hoge premies vinden hun oorzaak in het gegeven dat verzekeraars een risicoanalyse dienen te maken, waarbij onder meer de leeftijd en de rijgeschiktheid mee in rekening gebracht wordt. Dat verzekeraars hogere premies vragen aan jonge bestuurders is logisch, nu het statistisch vaststaat dat er in de leeftijdscategorie van 18-25 jaar de meeste slachtoffers van (ernstige) verkeersongevallen vallen.[1]

Om tegemoet te komen aan deze hoge premies, sluiten ouders vaak een verzekering af onder hun eigen naam terwijl het wel degelijk hun zoon of dochter is die de gebruikelijke bestuurder is van de wagen. Hoewel dit in hoofde van de ouders en hun kinderen misschien een onschuldige en gemakkelijke oplossing lijkt, ligt de realiteit helaas helemaal anders.

Indien u immers, met het oog op een lagere premie, met opzet verzwegen heeft dat uw zoon of dochter de gebruikelijke bestuurder zal zijn van de wagen, kan dit beschouwd worden als verzekeringsfraude. De Wet betreffende de Verzekeringen van 4 april 2014 bepaalt in artikel 58 met name dat de verzekeringnemer verplicht is bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar. Volgens vaste rechtspraak is het verzwijgen van de identiteit van de gebruikelijke bestuurder een tekortkoming aan de mededelingsplicht van de verzekeringsnemer.

Artikel 59 van diezelfde Wet bepaalt dat wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, de verzekeringsovereenkomst nietig is. Deze nietigheid strekt zich uit tot alle prestaties verricht door de verzekeraar, met inbegrip van de vergoedingen die zijn uitgekeerd aan de eventuele benadeelden van een ongeval. De meerderheidsrechtspraak oordeelt dat uit het opgeven van een gebruikelijke bestuurder van wie men weet dat die garant staat voor een lagere premie, het vereiste opzet afgeleid kan worden.

Teneinde verhaal te kunnen uitoefenen, zal de verzekeraar naast het vereiste opzet dienen te bewijzen dat er niet of onder andere voorwaarden gecontracteerd zou geweest zijn indien alle relevante en correcte gegevens meegedeeld werden. Het staat echter in de meeste gevallen vast dat de verzekeraar niet aan dezelfde voorwaarden zou contracteren indien hij op de hoogte was geweest dat een jonge bestuurder de gebruikelijke bestuurder was. De verzekeraar zou dan immers een hogere premie aangerekend hebben, rekening houdend met het risicoprofiel van de jonge bestuurder.

Het voorgaande is een gekende frustratie bij verzekeraars. Zowel de ouders als de jonge bestuurders zelf dienen te beseffen dat verzekeraars er niet voor terugdeinzen om de overeenkomst nietig te laten verklaren en eventuele betaalde vergoedingen terug te vorderen indien men erachter komt dat er met opzet foutieve informatie werd verstrekt aan de verzekeraar. Een vermeende onschuldige oplossing kan zo een ware nachtmerrie worden.

Indien u meer informatie wenst over dit onderwerp, kan u steeds contact opnemen met Steven MARIS of Eline POPULAIRE.

[1] Zie Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid, www.sgvv2015.be.