Al het nieuws

Rechtspraak Kontich (16 november 2020)

11/12/2020

Vred. Kontich, 16 november 2020 (N)

in hoofde verhuurder : overmacht

in hoofde huurder : geen overmacht

oordeel : huurder wordt veroordeeld tot betaling achterstallen (afwijzing vraag kwijtschelding voor 2 maanden huur, zelfs voor één maand huur), verhuurder wordt veroordeeld tot terugbetaling bankgarantie, afwijzing vordering tot ontbinding (enz.)

achtergrond :

  • Aard handelszaak huurder : winkel die verplicht gesloten was door de corona-maatregelen.  Grootte van de huurder ?
  • Aard verhuurder : ?  Grootte  van de verhuurder : ?
  • Maandelijkse huurprijs : ?
  • Betalingshistoriek : geen achterstallen vooraf, juni wel betaald, daarna terug achterstallen juli-november
  • Ondanks onderhandelingen april-mei, bankgarantie afgeroepen door verhuurder.  Huurder is hier eiser.

motivering :

De opgelegde sluiting is zeker niet toerekenbaar aan [huurder] en is onvoorzienbaar aangezien het gaat om een overheidsgebod om de zaak te sluiten maar evenzeer geldt dit voor de verhuurder.  OP geen enkele wijze wijzigt er iets in de wijze waarop de verhuurder zijn pand ter beschikking stelt aan de huurder en de verplichte sluiting kan niet worden tegengeworpen aan de verhuurder als een gebrek in de uitoefening van zijn verbintenissen.  Het gaat hier om een onmogelijkheid om de handelsactiviteiten uit te oefenen maar deze onmogelijkheid is volkomen vreemd aan de verhuurder.  De verplichte sluiting van overheidswege bracht ook met zich mee dat de overheid is tegemoetgekomen aan de ondernemingen in de vorm van premies en tegemoetkomingen inzake personeel.  Het feit dat de overheid besluit tot een verplichte sluiting maakt niet dat de verhuurder tekortschiet aan zijn verbintenissen en bevrijdt de huurder dan ook niet zonder meer van zijn verbintenissen zoals daar zijn het betalen van de huur.  Wel kan een en ander aanleiding geven tot een versoepelde regeling van betaling.

Gelet op de specifieke omstandigheden, met name de verplichte sluiten en de moeilijkheden voor de ondernemingen; kan deze achterstand thans niet voldoende zijn om een ontbinding van de huurovereenkomst te gronden.”  (dus blijkbaar zelfs deze van juli-november)