Al het nieuws

AUTEURSRECHT & STRIJD TEGEN NAMAAK - Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, herbevestigt fundamentele principes inzake aansprakelijkheid voor bezit van illegale software

07/06/2017

Auteur : Steven Maris

Naar aanleiding van een op 8 januari 2016 op verzoek van een Amerikaanse softwareproducent uitgevoerd beslag inzake namaak, werd op 13 april 2017 overgegaan tot dagvaarding van zowel de beslagenen, zijnde een aantal Belgische vennootschappen behorende tot eenzelfde groep, alsmede de bestuurders (en hun vaste vertegenwoordiger indien de bestuurder zelf een vennootschap is) van deze vennootschappen. De dagvaarding strekte ertoe gedaagden (dus ook de bestuurders en de vaste vertegenwoordigers) onder meer te horen veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding voor het bezit van illegale software.

Allereerst werd door gedaagden de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg betwist. In haar (tussen)vonnis van 24 april 2017 ging de rechtbank hierin niet mee. In navolging van de door eisende partij opgeworpen argumentatie stelde de Rechtbank dat de bestuurders/vaste vertegenwoordigers – natuurlijke personen op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek werden aangesproken, waardoor niet de rechtbank van koophandel, doch wel de rechtbank van eerste aanleg materieel bevoegd is.

Wat de inbreuk zelf betreft, herhaalde de rechtbank haar reeds in het verleden ingenomen standpunt dat het louter bezit van illegale software voldoende is om aansprakelijk gesteld te worden. Immers, de loutere schending van de auteursrechten van eisende partij maakt volgens de Rechtbank een fout uit in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek die voor vergoeding in aanmerking komt. Die vergoeding dient berekend te worden op basis van het principe van ‘double damage’, zijnde dus twee maal de normale verkoopprijs van het in het geding zijnde softwareprogramma.

De laatste vraag die dan nog dient beantwoord te worden, is wie aansprakelijk is. In navolging van haar eigen rechtspraak en de rechtspraak van o.m. ook het Hof van Beroep te Gent, oordeelde de Rechtbank dat ook de bestuurders (en ingeval de bestuurder een vennootschap is, de vaste vertegenwoordiger) aansprakelijk zijn voor het bezit van illegale software in hun bedrijf. De Rechtbank motiveerde dit o.m. op grond van het gegeven dat er in het bedrijf blijkbaar geen aandacht was voor de problematiek van illegale software en dat er door de betrokkenen geen enkele voorzorgsmaatregel genomen was om de auteursrechten van derden te beschermen.

Er kan besloten worden dat het (tussen)vonnis van 24 april 2017 van de Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, nogmaals een (her)bevestiging inhoudt van een aantal principes inzake de aansprakelijkheid voor illegale software die door de meerderheid van de Belgische rechtspraak worden aangenomen.

Voor vragen over dit onderwerp of enig andere juridische vraag, kunt u steeds terecht bij lawcity.be (www.lawcity.be), ook via e-mail aan Steven MARIS (steven.maris@lawcity.be)